aanknopen

{{aanknopen}}{{/term}}

I 〈onovergankelijk werkwoord〉

1 [aansluiten] tie in/link up (with) ⇒ continue

♦voorbeelden:

1   aanknopen bij het reeds eerder behandelde • link up/tie in with what has gone before

II 〈overgankelijk werkwoord〉

1 [vastknopen] tie up/together

2 [beginnen met] enter into

♦voorbeelden:

1   〈figuurlijk〉 we hebben er nog maar een dagje aangeknoopt • we're staying another day

2   betrekkingen aanknopen met • establish relations with

     onderhandelingen aanknopen met • enter into negotiations with